Beste ouders en verzorgers,
Donderdag 7 april hebben wij een uitstap richting Margraten gepland.
Wij gaan deze ochtend het oorlogskerkhof bekijken, we worden daar om 11.00 uur verwacht en krijgen een rondleiding.
Om deze educatieve uitstap te kunnen laten doorgaan zijn wij nog op zoek naar ouders die met ons kunnen meerijden.
Heeft u tijd / interesse om mee te gaan stuurt u dan een mailtje naar b.heymann@sjtadssjool.nl.
We vertrekken op school rond 10.00 uur.
Groetjes,
Groep 8a
woensdag 30 maart 2011
vrijdag 18 maart 2011
Taaloefening
Beetje extra oefenen met:
Naamwoordelijk gezegde:
http://www.pcb-derank.nl/lessen/gasten/taal/nwg/nwguitleg1.htm
Werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp:
http://home-2.worldonline.nl/~cb005214/lesje%204.htm
Ondewerp:
http://www.digilife.be/springplank/leren/onlineoef/vijfde/th1ond.htm
Succes!!
Naamwoordelijk gezegde:
http://www.pcb-derank.nl/lessen/gasten/taal/nwg/nwguitleg1.htm
Werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp:
http://home-2.worldonline.nl/~cb005214/lesje%204.htm
Ondewerp:
http://www.digilife.be/springplank/leren/onlineoef/vijfde/th1ond.htm
Succes!!
Oefenen taal
Lijdende en bedrijvende vorm
De lijdende (passieve) en bedrijvende (actieve) vorm
Bekijk de volgende zinnen:
1. De man koopt een computer.
2. Een computer wordt door de man gekocht.
Zin 1 staat in de bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (de man) en een lijdend voorwerp (een computer).Deze zin kun je in de lijdende (of passieve) vorm (zin 2) zetten. Er veranderen dan drie dingen:1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.
Let op!
Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.
Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.
Als je zinnen omzet van de bedrijvende vorm naar de lijdende vorm of andersom moet de tijd van de zin hetzelfde blijven.
OEFENINGEN:
http://www.cambiumned.nl/hpoefbenlvorm.htm
Bekijk de volgende zinnen:
1. De man koopt een computer.
2. Een computer wordt door de man gekocht.
Zin 1 staat in de bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (de man) en een lijdend voorwerp (een computer).Deze zin kun je in de lijdende (of passieve) vorm (zin 2) zetten. Er veranderen dan drie dingen:1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.
Let op!
Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.
Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.
Als je zinnen omzet van de bedrijvende vorm naar de lijdende vorm of andersom moet de tijd van de zin hetzelfde blijven.
OEFENINGEN:
http://www.cambiumned.nl/hpoefbenlvorm.htm
Abonneren op:
Posts (Atom)