woensdag 27 oktober 2010

Huiswerk woordenschat voor 29 oktober

Blz 10 t/m 13

les 1:de aankomst, annkomsttijd, afgelasten, afwezigheid, afzeggen,uitnodigen, uinodiging, vertrek en vertrektijd
les 2: aankonidgenm, agenda, in principe, plannen, planning, programmeren, te zijner tijd, tijdlijn, weektaak
les 3: aanwezig, invallen, invaller, nachtwerk, op tijd zijn, tijdelijk, tijdig, tijdstip

hierbij ook van de blog 10 en 11 blz 13 van de werkwoorden maken,

Succes,
greetz suus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten